Blokken, Knorrende beesten, Bint
Ferdinand Bordewijk, Blokken, Knorrende Beesten, Bint. Uitgeverij Nijgh & van Ditmar, Rotterdam-'s-Gravenhage 1949
Blokken
Samenvatting
De hoofdlijn in het verhaal is een opstand tegen het gezag van de staat, het neerslaan van deze verzetsbeweging en de daaropvolgende feestdag voor de bevolking. Het boek begint met een beschrijving van de nachtelijke landing van een vliegtuig, vervolgens wordt de vierkante stadsarchitectuur, de kleding, de kalender en verdere regelgevingen beschreven. Hierdoor ontstaat er een duidelijk beeld van deze maatschappij. Er volgt ook een beschrijving van de ‘Raad’, het bestuursorgaan van de Staat. Het blijkt dat het centrum van de hoofdstad niet herbouwd is tot vierkanten, maar dat dit gedeelte geldt als een museum van de kapitalistische staat. ’
s ’Nachts is de stadskern verboden gebied, maar er zijn mensen die zich in dit gebied laten insluiten en hier een schaduwleven leiden. Het boek gaat vervolgens over in een beschrijving van het functioneren van de Raad, en later komt de ‘Groep A’ ter sprake. De Raad wil deze groep opstandelingen uitroeien. Het boek beschrijft vervolgens een bijeenkomst van de Groep A, waarna deze worden opgepakt en de uitgebroken opstand wordt neergeslagen. De stadskern word vernietigd en in plaats van de kern verrijst het kernplein, hier worden de vijf leiders van Groep A geëxecuteerd.
De Raad organiseert een nationale feestdag om de overwinning te vieren, waarin drie evenementen centraal staan: Het lanceren van een ruimteschip dat 130 jaar wegblijft, het ontginnen van een neergestorte meteoriet en een kunstmatige luchtspiegeling. Het boek vervolgt met een beschrijving van het economische stelsel en de strikt verboden maar nog steeds niet uitgeroeide ‘ondeugden’ als geld, juwelen, drank en prostitutie. Deze komen ’s nachts voor in de lege verkeerstunnels. Het boek eindigt met de beschrijving van een militaire parade. De Raad kijkt vanuit een luchtschip op de legeronderdelen in en om de hoofdstad. Het blijkt vanuit de lucht dat er nog steeds kiemen van wanorde zijn, wanneer er legeronderdelen niet in de vastgestelde formaties blijken te bewegen. Na de parade heerst er onrust in de hoofdstad.
Verhaalanalyse
Titelverklaring
De titel ‘Blokken’ is als volgt te beschrijven. Blokken duidt op de hoofdstad van de staat: een vierkante, betonnen stad.
Ondertitel
Het deel bevat geen ondertitel.
Motto
Het deel ‘Blokken’ bevat geen motto.
Thema
Communistische samenleving: Het communisme wordt in alles doorgedreven en het gaat zelfs zover dat er uiteindelijk een onzinnige staat ontstaat. Tegen al het verzet wordt meteen ingegaan als terreur. Er is geen plaats voor meer individuen en voor persoonlijke initiatief. De raad van de staat wil alles hetzelfde, alles vierkant, hebben en als er een klein ding afwijkt van het vierkante patroon dan wordt dat meteen veranderd.
Motieven
Organisme vs. mechanisme: In de roman wordt zowel het organische groeien als het mechanische creëren gethematiseerd. Die tegenstelling leidt tot het onvermijdelijke uiteenvallen van de Staat wanneer men de twee partijen tegenover elkaar zet. De alleen heersende Staat is een machine, , een mechanisme, dat controleert in rechte lijnen. Aan het einde van de roman groeit en ontkiemt alles en lijkt de Staat de controle over de veel te sterke natuur, de organismen, te verliezen.
Tijd en ruimte
Het is niet duidelijk in welke tijd het verhaal zich afspeelt. Echter wordt er in het boek gesproken over raketten en kunstmatige luchtspiegelingen. Dit kan dus duiden op het verleden, maar het kan ook duiden op de toekomst, aangezien we op de dag van vandaag ook gebruikmaken van raketten. Het verhaal wordt geheel chronologisch verteld en er komen geen flashbacks in het verhaal voor.
Het verhaal speelt zich af in een betonnen, blokkerige stad, dat een onderdeel vormt van de staat. In deze stad is alles hoekig, behalve de stadskern, want daar vallen nog enkele ronde vormen te herkennen die stammen uit het verleden.
Vertelinstantie
Het deel ‘Blokken’ wordt verteld vanuit een auctoriaal perspectief. Dit betekent dus dat er een alwetende verteller is. Een voorbeeld van een zin is: "Het schoot door de nacht als een pijl met gloeiende punt.” en "Hij was klein, verschrompeld, bijziende, en er lag slechts een kracht in zijn lange, sneeuwwitte beharing van hoofd en gelaat.''
Personages
Er komen geen personages voor in blokken. Het verhaal is meer een beschrijving van een communistische samenleving waar alles door de Raad bepaald wordt, dan over een hoofdpersoon die een belangrijke rol speelt. Echter bevinden zich wel opstandelingen, genaamd groep A, in het deel van het boek en deze opstandelingen willen van de Raad af. Hierdoor beginnen zij een revolutie, maar worden door de Raaf geëxecuteerd.
Literaire vormen
Het hoofdgenre van het boek is proza.
Eindoordeel ☆☆☆
Ik vond het een boeiend deel van het boek. Het deel had een diepgaand onderwerp, namelijk communistische staat. In het deel werd er duidelijk beschreven wat de regels waren van de staat en meestal ook wat de reden was dat de regels bestonden.
Het begin was lastig te begrijpen. Alles was een beetje poëtisch beschreven waardoor je niet gemakkelijk door het deel kon doorlezen. Later in het deel was dit minder het geval en kon je vlotter door het boek. Het taalgebruik was soms lastig.
Knorrende beesten
Samenvatting
Vlakbij een pier, tussen de kleine bars aan de parade bevindt zich een parkeerplaats. Overdag komen veel mensen naar de pier met hun 'knorrende beesten', kleine stille dieren en weeldedieren. Parkwachter Bobsien let op zulke dagen op de 'knorrende beesten' en als er iets mis mee is gaan ze naar de garage bij de ingang van het park. Als het slecht weer is komen de 'knorrende beesten' niet en dan is er geen werk voor Bobsien en zijn vriendin Sofia Eufemia. Maar als er dan op een dag rennen worden gehouden bij de parade is het een drukte van belang. Veel mensen gaan de pier op om de auto's tegen elkaar te zien strijden en velen beesten sneuvelen. De tweede dag van de beesten worden de beesten versierd met bloemen en wordt er weer een wedstrijd gehouden en iedereen vergeet voor even zijn dagelijks leven. Daarna gaan de beesten weer weg en het wordt stil; het seizoen loopt ten einde.
Verhaalanalyse
Titelverklaring
De titel ‘Knorrende Beesten’ is als volgt te beschrijven. In het verhaal worden de auto’s, vergeleken met beesten. Het geluid van de motor staat wordt vergelen met knorren, dus vandaar knorrende beesten.
Ondertitel
Het deel bevat geen ondertitel.
Motto
Het deel ‘Knorrende Beesten’ bevat geen motto.
Thema
Auto’s: In het verhaal vinden de gebeurtenissen op en rond een parkeerterrein in een zeebadplaats plaats. Op dit parkeerterrein staan de auto’s geparkeerd van de mensen die naar de zee gaan. In het boek worden de auto’s gezien als dieren. De schrijver, Ferdinand Bordewijk, gebruikt woorden die duidelijk een beschrijving van de auto’s aangeeft.
Motieven
Technologie: In dit deel van het boek draait het verhaal voornamelijk om de auto's. De auto's behoren onder het groepje technologie.
Tijd en ruimte
Het is niet duidelijk in welke tijd het verhaal zich afspeelt. De vertelde tijd van het verhaal is een paar maanden, waarschijnlijk van augustus tot de herfst. Dit komt, omdat het verhaal gaat over auto’s die op een parkeerplaats staan bij een zeebadplaats. Dit zal dan in de zomer moeten zijn, omdat de temperaturen hoger liggen dan bij andere seizoenen en mensen naar de zee gaan als het zomer is.
Het verhaal wordt geheel chronologisch verteld en er komen geen flashbacks in het verhaal voor. Het verhaal speelt zich op en rond een parkeerplaats in een zeebadplaats af.
Vertelinstantie
Het deel ‘Knorrende Beesten’ wordt verteld vanuit een auctoriaal perspectief. Dit betekent dus dat er een alwetende verteller is, net als bij het deel ‘Blokken’. In beide delen van het boek komt een beschrijving van iets voor, namelijk in Blokken was het een beschrijving van de Staat, terwijl bij Knorrende Beesten auto's beschreven werden. Daarentegen komen in Knorrende Beesten wel personages voor, terwijl dat bij Blokken niet het geval was. Een voorbeeld van een zin is: "Men wees elkaar haar aan. Zij was altijd alleen. Zij kwam apart in de krant." en "Ze keken naar de regen. 'Dat kan nog effen duren', zei Bobsien traag"
Personages
De auto’s: De hoofdpersonen in dit deel van het boek zijn de auto’s, de Knorrende beesten zelf. De auto’s worden in het verhaal beschreven alsof ze mensen zijn en ze allemaal een eigen leven leiden. In tegenstelling tot de meeste hoofdpersonen in een boek, zijn de auto’s niet echt round characters.
Bobsien: Is de parkeerwachter van een parkeerplaats. Hij heeft zwart haar, niet al te lang, maar wel gespierd. Naast dan Bobsien een socialist is, kom je niet veel meer te weten in het verhaal over hem.(Hij is dus een flat character)
Sofia Eufemia: is de vriendin van Bobsien. Ze is het hulpje bij een garage, ze heeft geen ouders en leeft bij haar opa. Ook zij is een flat character in het verhaal.
Literaire vormen
Het hoofdgenre van het boek is proza. (Een tekst die geschreven is in de vorm van gewone taal).
Eindoordeel ☆☆
Dit deel van het boek was een stuk minder interessant dan ‘Blokken’. De verhaallijn was niet echt herkenbaar in het dagelijks leven, waardoor het moeilijker was om te begrijpen wat er met dit deel bedoeld werd. Tevens waren de personen niet heel erg uitgeschreven, waardoor je niet goed in de personages kon inleven
De opbouw van het verhaal was ook lastig te begrijpen, aangezien het verhaal steeds van de hak op de tak sprong. Daarbij gebeurde er niet veel boeiends in het verhaal, alleen het stukje van de racebaan was boeiend. Het taalgebruik was ook lastig, aangezien er veel oude en poëtische woorden voorkwamen.
Bint
Samenvatting
De Bree is een leraar Nederlands. Er heerst een streng regime op de school van Bint, de directeur, orde en tucht zijn belangrijk. De Bree krijgt vier klassen die hij ziet als wezens. Hij noemt ze “de grauwe”, “de bruine”, “de bloemenklas” en “de hel”. Aan klas 4D, “de hel” verklaart De Bree direct de oorlog, en zijn tactiek werkt.
Als de rapportvergadering plaatsvindt hebben de leraren het over Van Beek. De jongen verdient een onvoldoende, omdat hij niet genoeg presteert, maar hij had gedreigd dat als hij een slecht cijfer zou halen, hij zichzelf van kant zou maken. De leraren zijn niet onder de indruk en geven hem het slechte cijfer, waardoor Van Beek radeloos in de gracht springt en in een gasthuis aan pneumonie overlijdt. Bint voorspelt de leraren na de vakantie moeilijkheden omtrent Van Beek. Na de kerstvakantie breekt er inderdaad een opstand uit onder de leerlingen. De opzet wordt neergeslagen door “de hel”. Dit had Bint namelijk met “de hel” afgesproken.
Tijdens het jaarlijkse reisje dat met Pasen gemaakt wordt, is “de hel” verdeeld over Remigius en Nox. Het toeval zorgt er echter voor dat Remigius vervroegd vader wordt en dat De Bree mee gaat met een helft van “de hel”. Twee leerlingen Heiligenleven en Punselie verdwijnen een dag spoorloos. Ze hebben de originele route gefietst, die gepland stond, maar waar vanwege de hoest van Te Wigchel van afgeweken was. De Bree weigert in eerste instantie een herbenoeming, omdat het de bedoeling was geweest om slechts dit schooljaar vol te maken. Later denkt hij nog eens terug over het afgelopen jaar en bedenkt zich dan. Hij stuurt een briefje naar Bint waarin hij meldt nog een jaar op zijn school vol te maken.
Bij het begin van het nieuwe jaar is Bint verdwenen en staat Donkers op zijn plaats als directeur. Bints’ vertrek had te maken met de dood van Van Beek. “De hel”, de voormalige 4D is nu 5C geworden. Door te zien wat voor een volwassen kerels het waren geworden, doet De Bree zo goed dat hij met Bints’ systeem wil blijven werken. De Bree probeert tot twee maal toe Bint te spreken te krijgen, maar slaagt hier niet in. Dan wordt hem duidelijk dat Bint wil dat de school door moet gaan zoals het voorgaande jaren ging met zijn ziel in de school, en De Bree gaat met nog meer wilskracht dan anders al vroeg op weg naar school.
Verhaalanalyse
Titelverklaring
De titel ‘Bint is als volgt te beschrijven. ’Bint' is de directeur van de school in het verhaal. De macht die Bint als geheel van persoon en stelsel uitstraalt hangt als het ware steeds boven de leraren en de leerlingen.
Ondertitel
Het deel bevat geen ondertitel.
Motto
Het deel ‘Bint’ bevat geen motto.
Thema
Tucht: Het hoofdthema in Bint is de bestrijding van de chaos door stalen tucht. De tucht is het omgekeerde van de chaos: de orde, die juist nodig is om jezelf te redden in de maatschappij. De maatschappij is hard en je moet dan wel sterk in je schoenen staan, wil je iets bereiken. Bint wil een soort van orde scheppen in deze chaos, waar volgens hem niets anders opzit dan het doorvoeren van een stalen tucht.
Motieven
Stalen Tucht: Volgens bint moet er tucht zijn, om zo voorbereid te zijn op het harde maatschappelijke leven. Iedereen moet zich helemaal onder controle hebben en geen emoties tonen. Iedereen moet dus een hele goede zelfbeheersing hebben
Dood: Een van de leerlingen pleegt zelfmoord. Later blijkt dat Bint dit niet verwerkt heeft en doet net of hij dood is.
Opstandigheid: De leerlingen durfde in het begin niet zo goed in opstand te komen. Maar later kwamen de leerlingen juist allemaal, behalve de "Hel" in opstand.
Tijd en ruimte
Het verhaal speelde zich waarschijnlijk ergens in het begin van de 20ste eeuw af, voor de tweede wereldoorlog. In die tijd was de tucht op de scholen voorbij en in die tijd speelde de economische crisis, wat een chaos veroorzaakte die je ook in het verhaal tegenkomt.
Het verhaal is chronologisch opgebouwd, maar er komen enkele retroversies voor. De vertelde tijd van het verhaal is ongeveer een jaar. Het verhaal begint aan het begin van een schooljaar met de aanstelling van De Bree en eindigt ongeveer een jaar later weer aan het begin van een nieuw schooljaar.
De plaats waar het verhaal zich grotendeels afspeelt wordt in het verhaal niet genoemd, het wordt alleen beschreven als 'de werkstad'.
Vertelinstantie
Het boek is geschreven vanuit een personaal perspectief. Veel dingen worden vanuit De Bree's ogen gezien en verteld, maar niet het gehele verhaal. Soms wordt er verteld zonder dat er duidelijk wordt gemaakt wie er aan het wordt is of wie een bepaald stukje verteld tijdens het verhaal. Voorbeeld van een zin is: "De Bree zijn denken was hoekig en nors." en "De conciërge kwam binnen, kloppend aan de open deur. Hij was een groot, bleek kalf met een gezwollen kalfskop, en in zijn borst sloeg een groot, koud kalfshart, heel langzaam."
Personages
Bint: is de directeur van de school waar De Bree les geeft. Bint is een man van discipline. Hij wil van de kinderen die op de zijn school komen echte kerels maken. Hij heeft daarom een systeem ingevoerd van stalen tucht. In dat opzicht lijken Bint en De Bree erg op elkaar. Bint word later in het boek vervangen door Donkers. Het is niet duidelijk of Bint ontslag heeft genomen of dat hij om andere reden is vertrokken.
De Bree: is een plaatsvervangend leraar voor de weggepeste leraar Nederlands. Hij krijgt meteen de moeilijkste klas aangewezen, klas 4D. De Bree is, net als Bint, een man van discipline en tucht. Hij verklaart 4D dan ook meteen de oorlog om te laten zien wie de baas is. De Bree heeft een koud karakter en laat dat ook blijken door de nonchalante reactie op de dood van leerling Van Beek.
Literaire vormen
Het hoofdgenre van het boek is proza. (Een tekst die geschreven is in de vorm van gewone taal).
Eindoordeel ☆☆☆
Het onderwerp van het laatste deel uit het boek was wel interessant. De verhaallijn was herkenbaar, aangezien in elke klas een paar moeilijke leerlingen zitten, waar docenten soms geen raad mee hebben.
Het verhaal was goed opgebouwd en was vlot te lezen. Dat kwam doordat, in tegenstelling tot Blokken en Knorrende Beesten, het verhaal niet heel poëtisch geschreven is. Het taalgebruik was makkelijk te begrijpen, op soms wat oud taalgebruik na.
Keuzeopdracht (Krantenartikel)

Maak jouw eigen website met JouwWeb